“Van een schelpenrijke zeebodem tot een schelpenrijke bodembedekking voor vogelkooien.”
Dit kan je zowat de geschiedenis noemen van het schelpenbedrijf SOBRY b.v.b.a.
1936 : Alles begon toen Achiel Sobry (de grootvader van de huidige bedrijfsleider) de schelpen van op het strand naar Veurne bracht, waar hij het bedrijfje gesticht had in de omgeving van het station. Toen bracht men de schelpen nog over met paard en kar en werden de schelpen handmatig in de karren geladen. Drie jaar later kocht Achiel Sobry de oude scheepswerf van De Panne en verhuisde het bedrijf naar daar. Aanvankelijk werd er nog met paard en kar gewerkt maar later, na de Tweede Wereldoorlog, werd er overgeschakeld naar een legerjeep en enkele jaren later naar een Unimog (lichte terreinwagen van Mercedes).
1950 : Zijn zoon, Maurice Sobry, nam het bedrijf over. Maurice zorgde voor een stijging van de productie onder andere door het gebruik van bruin schelpenzand, als ondergrond voor vogelkooien, te introduceren in de Belgische markt.
Vanaf 1957 werd een pelsdierfokkerij opgericht om de arbeidscapaciteit te verdelen: bij laagtij werden schelpen verzameld op het strand en bij hoogtij werden de dieren verzorgd.
In het begin van de jaren zeventig werd er omgeschakeld van het verzamelen van schelpen op het strand naar het opzuigen van de schelpen in volle zee met een zandzuiger (boot).
1984 : Johan Sobry,de kleinzoon van Achiel, nam op zijn beurt het bedrijf over. Hij vormde de éénmanszaak om naar de vennootschap: SOBRY B.V.B.A.
Begin jaren negentig blijft de vraag naar kleinere verpakkingen (vijf tot vijfentwintig kilo) alsmaar stijgen, de productie van de nertsen en vossen werd beëindigd en de oude fabriek in De Panne werd te klein. Conclusie: het bedrijf moest nog eens verhuizen. Johan besliste om een stuk grond te kopen op het industrieterrein te Veurne en in 1996 kon het bedrijf opnieuw verhuizen. In januari 2003 werd de fabriek nog uitgebreid met een nieuwe opslagloods.